Met deze prenormatieve studie willen we testmethodes ontwikkelen om de beschermingsgraad te beoordelen van textielmaterialen (weefsels, breisels en nonwovens) tegen bepaalde mechanische risico's (van motorisch aangedreven tuin- en ander handgedragen gereedschap). De ontwikkelde methodes moeten heldere en eenduidige resultaten opleveren die het mogelijk maken een kwantificatie op te stellen volgens de graad van bescherming. Indien mogelijk zullen we de testmethodes ontwikkelen die een overzicht bieden van (verschillende soorten) bescherming tegen gevaren.

De resultaten worden besproken en gevaloriseerd met en door Belgische bedrijven en via het Europees Comité voor Normalisatie CEN / TC162.

Op dit ogenblik bestaan er geen specifieke testen om de doeltreffendheid te evalueren van de bescherming die textielmaterialen bieden tegen deze mechanische risico's. De enige norm die in de buurt komt is de norm betreffende de bescherming tegen kettingzagen.  

Het spreekt vanzelf dat deze norm niet geschikt is voor bijvoorbeeld bosmaaiers of slijpschijven. In de praktijk zijn medewerkers van de openbare groendiensten verplicht om heel zware beschermende kleding te dragen bij het hanteren van bosmaaiers of haagscharen. Als we nagaan dat deze werken doorgaans plaatsvinden in de zomer, is dit type kleding uiters oncomforabel en waarschijnlijk niet strikt noodzakelijk.

Deze prenormatieve studie moet dit aspect ophelderen en leiden tot meer geschikte beschermende kleding.