Rubber

Dutch

Rubber

Natuurrubber is een polymeer dat voorkomt als een emulsie in het sap (dat voor ca. 33% uit latex bestaat) van een aantal plantensoorten, zoals de Braziliaanse en Indische rubberboom. Het latex wordt gefiltreerd en verdund met water en vervolgens met zuur behandeld om de rubberdeeltjes te doen stollen. In 1770 ontdekte de chemicus Joseph Priestley per ongeluk dat rubber potloodstrepen kon verwijderen. Rubber werd bijgevolg venoemd naar het Engelstalige werkwoord voor wrijven (to rub). Synthetisch rubber ontstaat door het polymeriseren van aardolie.
Engels

Rubber

Natural rubber is a polymer that occurs as an emulsion in the juice (containing 33% latex) of certain plants, such as the Brazilian and Indian rubber tree. The latex is filtered and diluted by water and then treated with acids to solidify the rubber particles. In 1770, the chemist Joseph Priestly accidentally discovered that the material was able to remove pencil stripes. From then on it was named after the verb “to rub”. Synthetic rubber is produced by the polymerization of petroleum.
French

Caoutchouc

Le caoutchouc est un matériau qui peut être obtenu soit par la transformation du latex sécrété par certains végétaux, soit de façon synthétique à partir de monomères issus de combustibles fossiles. Le caoutchouc naturel provient du latex issu de plantes comme l’hévéa et le guayule (plante d’origine mexicaine). Le mot caoutchouc dérive du mot d’une langue indigène équatorienne: ca-o-chu, ce qui signifie "bois qui pleure", en rapport avec le fait de saigner les troncs pour extraire la sève des arbres.