Textile dyes
English
Textile dyes
Dyes are molecules which absorb and reflect light at specific wavelengths to give human eyes the sense of colour. Textile dyes include acid dyes, used mainly for dyeing wool, silk, and nylon; and direct or substantive dyes, which have a strong affinity for cellulose fibres. Mordant dyes require the addition of chemical substances, such as salts, to give them an affinity for the material being dyed. They are applied to cellulosic fibres, wool, or silk after such materials have been treated with metal salts. Sulfur dyes, used to dye cellulose, are inexpensive but produce colours lacking brilliance. Azoic dyes are insoluble pigments formed within the fibre by padding, first with a soluble coupling compound and then with a diazotized base. Vat dyes, insoluble in water, are converted into soluble colourless compounds by means of alkaline sodium hydrosulfite. Cellulose absorbs these colourless compounds, which are subsequently oxidized to an insoluble pigment. Such dyes are colourfast. Disperse dyes are suspensions of finely divided insoluble, organic pigments used to dye such hydrophobic fibres as polyesters, nylon, and cellulose acetates.
Dutch
Kleurstoffen
Kleurstoffen zijn moleculen die licht van een bepaalde golflengte absorberen en reflecteren waardoor het menselijk oog kleur waarneemt. Textielkleurstoffen omvatten zure kleurstoffen, die vooral voor het verven van wol, zijde en nylon worden gebruikt en directe of substantieve kleurstoffen, die een sterke affiniteit vertonen met cellulosevezels. Choombeitskleurstoffen vereisen de toevoeging van chemische stoffen, zoals zouten, om de affiniteit met het te verven materiaal tot stand te brengen. Zij worden gebruikt om cellulosevezels, wol of zijde te verven nadat de materialen werden behandeld met metaalzouten. Zwavelkeurstoffen, gebruikt om cellulose te verven zijn goedkoop maar de kleuren zijn dof.
Azokleurstoffen zijn onoplosbare pigmenten die in de vezel worden aangebracht, eerst met een oplosmiddel en vervolgens met een gediazoteerde base. Kuipkleurstoffen, onoplosbaar in water, worden in oplosbare kleurloze componenten omgezet door middel van alkaïsch natrium hydrosulfiet. De cellulose absorbeert deze kleurloze componenten die vervolgens worden geoxideerd in een onoplosbaar pigment. Deze kleurstoffen zijn kleurecht. Disperse kleurstoffen suspensies van fijn verdeelde onoplosbare, organische pigmenten die worden gebruikt om waterafstotende materialen te verven zoals polyester, nylon, en cellulose-acetaat.
Azokleurstoffen zijn onoplosbare pigmenten die in de vezel worden aangebracht, eerst met een oplosmiddel en vervolgens met een gediazoteerde base. Kuipkleurstoffen, onoplosbaar in water, worden in oplosbare kleurloze componenten omgezet door middel van alkaïsch natrium hydrosulfiet. De cellulose absorbeert deze kleurloze componenten die vervolgens worden geoxideerd in een onoplosbaar pigment. Deze kleurstoffen zijn kleurecht. Disperse kleurstoffen suspensies van fijn verdeelde onoplosbare, organische pigmenten die worden gebruikt om waterafstotende materialen te verven zoals polyester, nylon, en cellulose-acetaat.
French
Colorants textiles
La coloration d'une substance est due à l'absorption ou à la réflexion par celle-ci de radiations lumineuses de longueurs d'onde bien spécifiques. Les colorants textiles comprennent des colorants acides qui sont surtout utilisés pour la teinture de laine, de soie et de nylon et des colorants directs ou substantifs qui ont une bonne affinité avec les fibres cellulosiques. Les colorants mordants nécessitent des substances chimiques, tels que les sels, pour réaliser une bonne affinité avec les matériaux à teindre. Ils sont utilisés pour la teinture de fibres cellulosiques, de laine, de soie après que ces matériaux ont été traités aux sels métalliques. Les colorants au soufre, utilisés dans la teinture de cellulose, sont bon marchés mais produisent des couleurs peu brillantes. Les colorants azoïques sont des pigments insolubles appliqués au sein de la fibre, d’abord à l’aide d’un composé de couplage soluble suivi d’un traitement alcalin diazoté. Les colorants de cuve, insoluble à l’eau, sont transformés en composés incolores solubles à l’aide d'hydrosulfite de sodium alcalin. La cellulose absorbe ces composés incolores qui sont ensuite oxydés en pigments insolubles. Ces colorants ont une excellente solidité des coloris. Les colorants disperses sont des suspensions de pigments organiques insolubles finement divisés qui sont appliqués dans la teinture de fibres hydrophobes telles que les polyesters, le nylon et les acétates de cellulose.