Aanvrager: HYLER
Uivinder: Niels Baert
Octrooiaanvraag nummer: WO2023/002345 A1

Probleem

In de loop der tijd zijn veel verschillende machines ontwikkeld voor het plukken (oogsten) en verwerken van vezelgewassen. Sommige plukmachines zijn geschikt voor het plukken van relatief korte vezelplanten (zoals vlas), andere zijn gemaakt voor relatief lange vezelplanten (zoals hennep). Deze plukmachines leggen de geplukte vezelplanten plat op de grond in rijen (zwaden) om geroot te worden. Zogenaamde draaimachines pakken ze op en draaien ze om. 

Aangezien de vezellengte en de samenstelling van de planten kunnen verschillen, is voor elke verwerkingsstap en elke vezelplant een aparte verwerkingsmachine nodig.

Nuttige bestanddelen van vezelplanten zijn vezels, houtachtige delen en zaad. Het zaad bevindt zich in het bovenste gedeelte of de Cannabidiol (CBD). Sommige plukmachines plukken, verzamelen en verwerken de vezelplanten in hun geheel, om het zaad van de vezels en houtachtige delen te scheiden. Een nadeel van deze machines is dat de vezelplanten dan vooral gebruikt worden om zaad te winnen, de andere bestanddelen zoals vezels en houtachtige delen ondergaan geen rottingsproces en zijn daardoor minder bruikbaar voor bepaalde toepassingen. 

De hierboven beschreven plukmachines leggen de geplukte vezelplanten plat op de grond (in zwaden) om op de grond een rottingsproces te ondergaan. Een nadeel van deze plukmachines is dat het zaad van de op de grond geplaatste vezelplanten verloren gaat.

Er is behoefte aan een verwerkingsmachine en een methode om vezelplanten te verwerken waarbij deze en andere nadelen worden verminderd.

Oplossing

De onderhavige uitvinding betreft een verwerkingsmachine voor vezelgewassen, zoals hennep of vlas, en een methode voor de verwerking van vezelgewassen met een dergelijke verwerkingsmachine.

De verwerkingsmachine bestaat uit:

  • een zelfrijdend voertuig; bestaande uit een voertuigchassis met daarop een aantal wielen en een aandrijfmotor om ten minste één van de wielen aan te drijven, waarbij het voertuigchassis is voorzien van ten minste één vezelplantentransporteur die is geconfigureerd om ten minste delen van de vezelplanten van een eerste buitenste uiteinde van het voertuigchassis naar een tegenoverliggend, tweede buitenste uiteinde te transporteren, en met ten minste één levereenheid die op of dicht bij het tweede buitenste uiteinde is aangebracht en die is geconfigureerd om de vezelplanten die van de ten minste één transportband komen, af te leveren en op het grondoppervlak te plaatsen;
  • een zaadverwijderingseenheid die op het zelfrijdende voertuig is gemonteerd en die in staat is zaaddelen (zoals bollen) van de te plukken vezelplanten te verwijderen;
  • een plukeenheid die op het voertuig is gemonteerd en in staat is de vezelgewassen waarvan de zaaddelen zijn verwijderd, te plukken, waarbij de plukeenheid verder in staat is de geplukte vezelgewassen naar de transportband van het zelfrijdende voertuig te transporteren. De zaaddelenverwijderaar kan bijvoorbeeld een stripper zijn om de zaaddelen van de vezelplanten te verwijderen.

Een ander doel is te voorzien in een verwerkingsmachine die geschikt is om verschillende combinaties van verwerkingshandelingen uit te voeren, met name het plukken, op de grond zetten en ontzaden van vezelplanten. Een ander doel is te voorzien in een verwerkingsmachine die geschikt is voor de verwerking van vezelplanten van verschillende lengte, met name vlas en hennep.

De verwerkingsmachine is bij voorkeur geschikt voor gebruik in een methode waarbij plukken en ontzaden van vezelplanten op een minder bezwaarlijke manier worden gecombineerd. De verwerkingsmachine moet verder geschikt zijn om bij de verwerking van relatief lange vezelplanten de vezelplanten in ten minste twee zwaden naast elkaar op de grond te kunnen leggen. 

Voordelen

Een doseereenheid maakt het mogelijk een gewenste hoeveelheid zaaddelen binnen een gewenst tijdsbestek gecontroleerd af te voeren.

Het gebruik van een flexibele slang 502 heeft het voordeel dat de plaatsing van de uitneemunit 300 ten opzichte van de andere onderdelen van verwerkingsmachine 1 niet erg nauwkeurig hoeft te zijn, zodat deze niet van tevoren hoeft te worden ingesteld en de instelling zelfs tijdens het gebruik nog kan worden aangepast.

Het doel ervan is het mogelijk te maken om, wanneer het voertuig en de daarop gemonteerde plukeenheid 3 vooruit rijden, de hennepplanten (h) opzij te duwen en ze in een aantal, in figuur 4 zes per hennepplukeenheid (hoewel dit aantal in andere uitvoeringen ook groter of kleiner kan zijn), doorgangen 411 16 voor het bovenste hennepplukelement 26 en doorgangen 417-4112 voor het onderste hennepplukelement 25 te leiden, die alle zijn geconfigureerd om de hennepplanten op te vangen en vast te pakken.

De afgebeelde constructie is bijzonder geschikt voor het geleiden en vastklemmen van zaaddelen, met name de relatief grote, moeilijk te vervormen bollen en eventueel daaraan gehecht materiaal, en voor het verwijderen van deze zaaddelen van de vezelplanten door rotatie van het draaibare verwijderingselement 220, met name door ze af te schrapen, af te snijden en/of af te scheuren.

hyler1
hyler4
hyler6